Praktijktest motorvaren

Officiëel praktijktestcentrum CPC001

Permanente evaluatie

Je legt je test af via permanente evaluatie tijdens je opleiding.

- Je doet praktijkkennis op (leerproces).
- Je bewijst je kennis (testproces).

  • Het is de goedkoopste oplossing.

  • De test neemt geen extra tijd in beslag.

  • Het slaagpercentage is het grootst.

Let wel op

Ben je geslaagd voor de test, dan voldoe je aan de wettelijke minimale eisen.

Maar dit is het minimum. Helaas kan je dan nog niet écht varen. Wij raden je aan verdere praktische opleidingen te volgen.

Praktijktest met motorboten

Dit moet officiëel gebeuren op één dag. Maar... wat is de kans dat je op één dag alles leert én op dezelfde dag met succes een test aflegt?

Heb je reeds ervaring ?
Een opleiding én permanente evaluatie van één dag is zinvol.

Heb je geen ervaring ?
Eerst één volledige dag opleiding is aan te bevelen, maar niet verplicht. Dan een tweede dag opleiding mét permanente evaluatie.

Praktijktest voor zeilers

Een degelijke opleiding havenmanoeuvers met een zeiljacht kan niet op één dag. Daarom organiseert Altaïr al 25+ jaar havenmanoeuvres tijdens één weekend.

Hoe aanmelden ?

Schrijf in voor een dagopleiding motorbootvaren of weekend havenmanoeuvres met zeiljacht én vermeld als opmerking dat je permanente evaluatie wenst.

Wat wordt er getest ?

Algemene veiligheid

  1. Rekening houden met andere weggebruikers en waterwegaanduidingen.

  2. Veilige en aangepaste snelheid aanhouden.

  3. Juiste en efficiënte uitkijk houden.

  4. Rekening houden met de voorrangsregels.

  5. Efficiënte communicatie.

Start

  1. Veiligheidsbriefing geven. Aangeven plaats en gebruik aanwezige veiligheidsuitrusting.

  2. Beschrijven waarop het voorspelde weer de vaaromstandigheden zal beïnvloeden (golfslag, hogerwal/lagerwal, enz.).

  3. Juiste controles uitvoeren voor het starten.

  4. Brandstofvoorraad checken.

  5. Motor starten. Controles uitvoeren na starten.

  6. Dodemanskoord gebruiken (indien nodig).

Vertrek van steiger of ponton

  1. Beschrijven en toepassen hoe je landvasten en springen gebruikt bij vertrek aan hogerwal / lagerwal / langswal.

  2. De boot veilig manoeuvreren uit zijn ligplaats.

  3. Stootwillen correct gebruiken.

Varen - De boot keren in beperkte ruimte

  1. Koers rechtdoor, bocht over stuur- en bakboord, U-bocht, achteruitvaren.

  2. Buitenboordmotor: trimcorrectie.

  3. Efficiënt gebruik van voor- en achteruit met de juiste roerstand.

  4. Steeds volledige controle over het vaartuig.

  5. Noodstop.

Man over boord (dummy) recupereren

  1. Efficiënt communiceren met bemanning en drenkeling.

  2. Zorgen voor visueel contact met de drenkeling.

  3. Onder juiste hoek en met aangepaste snelheid aankomen.

  4. Correct contact maken met de drenkeling.

  5. De drenkeling terug in / op de boot recupereren.

  6. De juiste behandeling van de drenkeling aan boord omschrijven.

Langszij afmeren aan steiger, ponton, sluis

  1. Geschikte aanlegplaats kiezen.

  2. De juiste landvasten en stootwillen klaarleggen.

  3. Onder juiste hoek en met aangepaste snelheid aankomen.

  4. Stootwillen correct gebruiken.

  5. Doeltreffend vastmaken aan steiger of ponton of sluismuur.

  6. Motor afzetten en eindcontroles uitvoeren.

De rode kaart

Stoppers beëindigen het examen onmiddellijk.
Fouten op stoppers van het examen hebben een onmiddellijk einde van de test tot gevolg, waardoor de examinandus niet geslaagd is.

Examenreglement

Klik hier voor de officiële informatie i.v.m. het examenreglement, de deontologische code, klachtenregistratie en beroepsprocedure. De test moet minstens één uur per deelnemer duren.